Rundvee
Wij beheren natuurgebied in de Krimpenerwaard. Dit doen we onder andere met behulp van natuurgrazers, onze schapen en koeien. We hebben ongeveer 45 stuks rundvee waarvan we het jongvee zelf aanfokken met een eigen stier. De koeien lopen driekwart van het jaar buiten in de natuur.
Ons vee worden jaarrond gevoerd met kruidenrijk gras, ook in de winter doormiddel van ingekuild of gehooid gras uit het natuurgebied. De koeien staan dan noodzakelijk op stal omdat het land dan te nat word. Het gras groeit dan niet meer, en dan zou het grasland veranderen in een modderpoel door het lopen van de koeien. Op stal krijgen ze ook geen andere kunstmatige voeding, dan alleen een kleine hoeveelheid brok, voor de benodigde vitaminen en mineralen. Verder krijgen ze alleen gras gevoerd.
Onze dieren zijn daardoor heel gezond en krijgen alleen medicatie wanneer ze daadwerkelijk ziek zijn, nooit preventief.
Wij fokken koeien die makkelijk afkalven, en dus zoveel mogelijk zonder hulp hun kalfje kunnen krijgen. Dit doen we omdat we een keizersnede bij de koe willen voorkomen. De kalfjes worden ook zoveel mogelijk door de eigen moeder gezoogd, en blijven ook bij de moeder tot ze oud genoeg zijn om zonder melk te kunnen.
Hoe natuurlijker, hoe beter en des te gezonder het vee, en dat proef je terug in het vlees!
Natuurbeheer
Natuurbeheer vraagt een aangepaste bedrijfsvoering, Het hoofddoel is dat weidevogels in alle rust kunnen broeden. Een deel van het land is ingericht als ‘plas dras’. Dit trekt veel weidevogels aan, omdat ze daar veel voedsel kunnen vinden om hun jongen groot te brengen. Verder is er een algehele rustperiode vanaf 15 maart tot 1 juni om de weidevogels in alle rust te laten broeden. Na 1 juni worden er, afhankelijk van het weer, elke 10 dagen enkele percelen gemaaid. Hierdoor ontstaat mozaïekbeheer, waardoor er altijd percelen zijn waar de jonge kuikens terecht kunnen.
Ook de slootkanten vragen speciaal beheer, deze worden niet, of hooguit voor een deel licht gemaaid, wat zorgt voor een rijke verscheidenheid aan planten die normaal geen kans zouden hebben. Dit zorgt weer voor meer verschillende soorten insecten, die op hun beurt weer meer vogels aantrekken. Ook in de sloot is er volop biodiversiteit. Er groeit bijvoorbeeld krabbenscheer, een waterplant die de Zwarte Stern specifiek nodig heeft om te kunnen nestelen.
Ook met bemesting wordt voorzichtig omgegaan. We gebruiken alleen vaste stalmest, en er wordt geen kunstmest gebruikt. Verschraling zorgt zo weer voor bepaalde plantensoorten die alleen op deze grondsoort willen groeien.